donderdag 11 oktober 2018

'Schaamte als de angst om niet verbonden te zijn' Brené Brown

Soms duurt het even voordat je begrijpt waar sommige woorden over gaan. Schaamte is voor mij zo'n woord. Heel lang heb ik gedacht dat ik niet iemand ben die zich snel schaamt. Ik durf veel, ben op velerlei gebied niet bang wat iemand van me zal zeggen. Maar dan kom je langzaam maar zeker terecht in processen van rouw en verlies en begin je wat laagjes dieper te zakken. Lees je wat boeken, o.a. die van Brené Brown en Peter Levine. Voel je je bij tijden vreselijk en heb je eigenlijk geen idee hoe nu verder.

Nou, zoiets. Daar ben ik ongeveer. Hoe werkt rouw?? Weet ik veel, geen idee. Het is ook niet iets wat je kunt DOEN. Vorige week was ik bij een bijeenkomst met Manu Keirse en die zegt dat je rouw niet verwerkt, je overleeft het en leert te leven met het verlies. Dat was wel weer geruststellend.
Johannes B Schmidt heeft mij veel geleerd en o.a. in dit verband zijn er een aantal dingen die boven komen drijven: 'Let the body do the work' en 'Don't get in the way'. Ga niet met al je gedachten het lichaamswerk verstoren. En misschien wel het belangrijkste: 'Where is health?', dus richt op de plekken waar je gezond bent, waar het goed gaat. En dat is een hele kluif als je lichaam de bron is van allerlei opgeslagen onrust en angst. Maar tóch. En elke keer weer opnieuw.


Schaamte dus. Ik realiseer me dat ik bij de rouwarbeid (woord van Manu Keirse) niet uitga van mezelf maar dat ik eigenlijk alleen maar, gericht op mijn innercircle, probeer om niet te overdrijven, geen slachtoffersrol te nemen, geen aansteller te worden. En dat manlief en kinderen er vooral maar niet genoeg van krijgen, van mijn verdriet en verlies. Blij en vrolijk moet ik zijn, behulpzaam. Geïnteresseerd, belangstellend en steunend, stimulerend. Enzovoorts. Attent, ik kan er nog van alles bij bedenken.

Totdat mijn lijf ingrijpt. Pijn brengt je in het hier en nu. En zo kom ik terecht op de zin van Brené Brown: schaamte is de angst om niet verbonden te zijn. Tsja, en die begrijp ik heel goed. Ooit was er een overweldigend en beangstigend gevoel, traumatisch zo je wil, het gevoel van 'uit contact zijn met mijn moeder'. Op veel te jonge leeftijd. Het leven is voor mijn moeder niet altijd makkelijk geweest wat voor haar betekende dat ze er niet altijd kon zijn.


Als kind, vooral jong kind, ben je afhankelijk van je moeder, zij houdt je in leven. Het is een kwestie van leven en dood. Vaak heb ik dat in mijn volwassen leven ook zo gevoeld. Ik móet ervoor zorgen dat er contact bewerkstelligd wordt vanuit de volstrekt irreële gedachte dat er anders doden zullen vallen. Jung zou zeggen dat dit mijn schaduw was die aan het roer stond. En therapeuten hebben het dan over de bevroren behoefte die is ontstaan, die behoefte aan contact.

En als ik het dus zo benader dan schaam ik me vaak en veel kapot. Want vooral nu ik me heel kwetsbaar voel, wat nog iets anders is dan me kwetsbaar laten zien, ben ik het allerbangst om uit verbinding te raken. Stel dat ik mijn kwetsbaarheden, grenzeloze vermoeidheid, grenzeloze boosheid, soms verdriet, grote behoefte aan troost, aandacht, luisterende oren, liefde en warmte zou laten zien. Dan wendt iedereen zich van mij af en heb ik afgedaan en raak ik uit verbinding. Wat vervolgens ware doodsangsten veroorzaakt en ook strijdgevoelens van: 'ik ben wel iets waard'. Gevoelens die voor de buitenstaander totaal onbegrijpelijk zijn.


Dus vandaar deze blog. Want zoals in bijgaande quote staat: schaamte tiert welig in het geheim. En op die geheime plek ben ik met mezelf en mijn eigen oordeel over mezelf. Ik hoop dat niet teveel mensen deze blog lezen want ik schaam me kapot. (halfgrapje) Maar ik zet mezelf ook klem door het te bloggen.

 En dat is een andere uitspraak die steeds bij me blijft in de afgelopen tijd: door te oordelen (vooral over jezelf) verlies je jezelf (van/via Jan Bommerez.): If you stay quiet, you stay in a lot of self-judgement (hierboven Brené Brown)




zondag 7 oktober 2018

Voor het eerst de verjaardag van mijn vader vieren zonder hemzelf erbij


Vandaag, 7 oktober, is de geboortedag van mijn vader Wierd Minzinga Zijlstra. Hij werd in 1933 geboren. Verloor op zijn vijftiende zijn vader en werd door deze gebeurtenis verantwoordelijk voor zijn moeder, zijn jongere broertjes en zusje en de bakkerij. Het heeft zijn levensloop bepaald en daarmee ook die van mij.
Ik wilde vandaag graag bij zijn verjaardag stilstaan, bij hem stilstaan en dat vond ik nog niet zo makkelijk. Een bloemetje op zijn, nog lege, graf zou hem niks kunnen schelen. Een plek om naar toe te gaan kon ik ook niet bedenken. Muziek afspelen die me aan hem deed denken wist ik niet. En ik realiseerde me in mijn zoeken naar een vorm, dat mijn vader er heel goed in was om te leven in het hier en nu. Het te doen met wat zich voordeed en hier vrede mee te hebben. En dat impliceert ook dat hij niet gehecht was aan spullen, momenten of plekken. Hij kon goed onthechten, zeg maar, zelfs van zijn eigen leven. Zelfs met zijn eigen stervensproces kon hij vrede hebben. Het was een wijze man en ik heb veel van hem geleerd. Wijsheid die hij deels zelf ontwikkelde ten gevolge van de heftige start van zijn leven en deels door te leren, te lezen en te schrijven.
En zo kom ik op het schrijven van deze blog, het ritueel waarmee ik het dichtste bij hem kom: schrijven en lezen.

Vanmiddag, zondagmiddag, is er een programma op tv van Jacobine Geel met als thema: 'Wat is er nodig om artsen iets menselijker te maken'. Mijn vader heeft daar middels zijn gedrag een goed antwoord op gegeven. Het zou zomaar een case kunnen zijn waar je veel van kunt leren. Hieronder mijn vader, tot het eind inspirerend en 'thumbs up'.


Vorig jaar zat er bij de VPRO gids een bijlage ‘Human’. Hierin las ik een artikel over Michel de Montaigne, blogger avant-la-lettre noemen ze hem. O.a. omdat hij zichzelf als studie-object neemt wat in die tijd (16e eeuw) bijzonder was. Wat mij hiervan is bijgebleven, en ik heb het daarom zonet ook weer even opgezocht, is dat hij het heeft over de waardigheid van de vergankelijke ervaring. En dat zweeft de laatste weken iedere keer in mijn gedachten.
We leven in een wereld die vergankelijk is. Wijzelf zijn vergankelijk, alles om ons heen is vergankelijk. Alleen de aarde blijft. Maar dus ook relaties kunnen vergankelijk zijn. Of zelfs: relaties zíjn vergankelijk. Je wordt alleen geboren en je gaat alleen dood. En wat mij nu daar zo in bezig houdt is: hoeveel waardigheid verleen je zelf aan die vergankelijke ervaringen? En voor mij zit dat in de meest basale dingen als het aandoen van je schoenen, omgaan met je spullen, zorgen voor de mensen en dieren in je directe omgeving, ontmoetingen op straat etcetc. Súperbasaal en dichtbij.
En nu snap ik ook wel waarom dat in mijn gedachten zweefde, mijn vader was daar een meester in, een voorbeeld. Zonet nog kreeg ik een berichtje van een buurvrouw die hem miste omdat hij altijd zwaaide als ze voorbijkwam.

Waar ik moeite mee heb en die moeite is de laatste tijd steeds meer gegroeid is het benoemen en aanwijzen en uitvergroten van alles wat er níet goed gaat in de wereld. Ik weet niet of het jullie opvalt maar het is langzamerhand redelijk geaccepteerd om het te hebben over het ‘einde der tijden’. En er is een soort gretigheid om aan te wijzen waar het fout gaat, waarom het fout gaat en wie er fout handelt. En wat dat betekent in mijn ogen is dat mensen leven in een soort van basisangst of basisfatalisme. Ik denk dat niemand daar wat mee opschiet, dat niemand daar beter van wordt. Ik ben er bovendien van overtuigd dat als je notie neemt van allerlei soorten van ellende die er is in de wereld dat dit secundair trauma oplevert. Dat je zelfs min of meer verantwoordelijk wordt voor dit secundaire trauma door mensen er bij voortduring op te wijzen dat ‘alles’ fout gaat.

"Love" by Alexandr Milov from Odessa, Ukraine
 Liever kies ik ervoor om de/mijn aandacht te vestigen op die hele kleine, alledaagse, zo je wilt vergankelijke, dingen. En de dingen die dicht bij/om jezelf liggen. Zorg voor de mensen in je directe omgeving (gezin, familie, buren, kennisen, mensen op straat) zorg voor de dieren in je directe omgeving, zorg voor je spullen (duurzaamheid), zorg voor je boodschappen (biologisch, duurzaam, streekgebonden etcetc). Stephen Covey heeft daar de cirkels voor bedacht, door Eckhart Tolle overgenomen. Als je iets ziet wat niet goed gaat: doe er wat aan; kan/wil je er niks aan doen zet er dan een streep onder. En het leven op aarde is vergankelijk, one way or another. Het getuigt van een bepaalde arrogantie als we zouden denken dat wij in staat zijn om ‘de wereld’ te redden of dat wij überhaupt snappen, overzien, hoe ‘de wereld’ in elkaar steekt. Ik geloof in morfologische resonantie dus als ik streef naar beter op supermicro-niveau, is dat van betekenis.
Vriendelijkheid was een belangrijk punt van de Montaigne en dat snap ik wel, lastig zat!
‘Het nut van uw leven steekt niet in de lengte ervan maar wat u ermee doet’ Aldus de Montaigne. En elk mens doet andere dingen met zijn/haar leven om lang niet altijd begrijpelijke redenen voor zichzelf of voor een ander. Oordelen over wie wat goed doet of niet leidt dus wat mij betreft tot meer ellende. En ik snap dat oordelen genuanceerd te benaderen valt want als iemand op straat om niets in elkaar geslagen wordt is een oordeel handig om te weten wat je moet doen. Maar vaak leidt oordelen tot het verlies van jezelf, ook lastig zat.



Tot slot een mooie metafoor middels een mythe die Lisette Thooft aandroeg in haar boek en workshop: "Inanna's afdaling in de onderwereld"
Volgens deze mythe maakte Inanna een reis naar de onderwereld, omdat ze de troon probeerde over te nemen van haar zus Eresjkigal die heerste over de onderwereld. Ze moest bij zeven poorten telkens iets afgeven, waardoor ze steeds naakter en kwetsbaarder werd. Uiteindelijk werd ze gedood door haar zus. Haar lichaam werd rottend aan een pin aan de wand gehangen, hetgeen symbool staat voor het sterven van de vruchtbaarheid van de aarde tijdens een rouwperiode. Haar dienares kwam haar echter helpen, en Inanna kon de onderwereld verlaten als ze een menselijke plaatsvervanger achterliet. Dat werd haar echtgenoot koning Dumuzi, die niet had gerouwd om haar dood, maar het er integendeel goed van had genomen. Bij haar terugkeer op aarde neemt Inanna wraak. Dumuzi wordt door de demonen van de onderwereld -de galla's- gedood en naar de onderwereld gesleept.


Lisette trok de vergelijking met ons leven: wij zijn nu in de onderwereld, we kwamen uit de hemel bij onze geboorte en we gaan terug naar de hemel bij het sterven. En met name die parallel tussen ons leven en de onderwereld gaf mij een gevoel van opluchting, gek genoeg.
Ongeveer tegelijkertijd kwam ik de mythe tegen van 'Isis en Osiris' in het boek 'Trauma en geheugen' van Peter Levine. Levine trekt de parallel van de zoektocht in je leven naar de brokstukken van pijn en de heling hiervan met de zoektocht van Isis die alle lichaamsdelen van Osiris moet vinden om er weer één geheel van te maken.
Ik vind dat troostende verhalen en gedachten, het leven hier op aarde doet vaak zeer en levert veel zoektochten op.

Mijn bijdrage aan het morfologische veld is o.a. het organiseren van bijeenkomsten, bijeenkomsten die ik zelf heel graag wil meemaken:
Sander de Hosson over palliatieve zorg op 15 oktober
Jan Bommerez over de kunst van het loslaten op 25 november
Wibe Veenbaas met de ontmoeting als leerlandschap op 29 en 30 maart
Lisette Thooft met een schrijfweekend 12, 13 en 14 april