Ik hik er tegenaan. Zoek drukte op plekken waar die niet is. Het is net of ik al op het pad loop maar het me nog niet realiseer. Ik kijk en luister naar mensen die het precies zó zeggen, zoals ik het voel. Soms alleen maar een zin en soms een uur lang. Het vervult me, een inblazing van levensadem, goddelijke inspiratie, niet voor niks is de zwaan mijn totemdier. 'Verbind je met het leven, zegt de zwaan, dan kom je vanzelf waar je het liefste wilt zijn.' vind ik ergens op het internet. En ook: dat je misschien beschermd bent opgevoed en dat ook weer hebt gedaan met je eigen kinderen, koesterend. En dat je ze dus écht moet loslaten. Maar ik dwaal af.
Het is tijd, tijd voor mijn verhaal. Niet één of ander geheimzinnig, nieuw verhaal. Maar gewoon mijn eigen verhaal. Een verhaal dat ik me eigen heb gemaakt door het leven te leiden zoals ik dat heb geleid. Een verhaal dat ik kan vertellen, durf te vertellen. Want ik kom uit een calvinistische context: je hoeft je niks te verbeelden. Maar ik verbeeld me een verhaal, mijn verhaal. Zoekend en puzzelend. Me bij herhaling vergissend. En het verhaal verandert elke keer dat ik het vertel. Wat ik in beweging wil brengen kiest elke keer weer een andere vorm. En ik kan volgen. Ik kan het maar het is ook het enige wat kan.
En hoewel je het van de ene kant een gezapig, burgerlijk leven kunt noemen, is het van de andere kant een uniek bijzonder pad wat ik heb gelopen en nog loop. Burgerlijk was toen ik in de twintig was absoluut een nogo-area. Ik dacht dat ik groots en meeslepend zou gaan leven. Wat ik me toen niet realiseerde was dat het dan handig is om daar handen en voeten aan te geven, focus te kiezen.
En op een bepaalde manier was en is dat uiteindelijk ook strijdig met 'mijn' manier van leven.
Long road home van Shirley Kirkcaldey |
Ooit deed ik een test van Leon de Caluwé, de kleurdruktest, waaruit bleek dat ik een witte denker ben. Dit was voor mij verhelderend en herkenbaar. Een witte denker gaat uit van het zelf-organiserend vermogen van mensen. de natuurlijke weg, alles is open. Het volgen van de energie, het wegnemen van blokkades en het gebruiken van symbolen en rituelen. Een witte denker herkent patronen, houdt een proces dynamisch en creëert ruimte voor verandering. En rekent op de innerlijke zekerheid, het innerlijke weten van mensen.
Als je zo je leven leidt en zo je werk doet loop je tegen van alles en nog wat aan. Bijvoorbeeld:
1. Vertrouwen; in jezelf, in anderen, in de universele wetten
2. Niet-weten; uit je hoofd komen, niet meer oordelen
3. Incarneren; in je lichaam komen, begrijpen dat je onderdeel bent van de natuur, de wereld zo je wilt.
4. Wát te doen met de blokkades en de valkuilen die je tegenkomt?
Simpel lijstje maar de dagelijkse praktijk is vol hobbels en kuilen.
Vanuit mijn innerlijke weten heb ik bijvoorbeeld destijds besloten uit mijn baan te vertrekken en ik ben daar blij om maar overzag zeker niet de impact die dat had.
Of ik organiseerde bijeenkomsten rondom het versterken van de vrouwelijke energie waaruit een enorm (300+ vrouwen die zich hieraan verbonden) vrouwennetwerk ontstond.
Of ik organiseerde een congres met 100+ deelnemers op een bijzondere plek zonder geldstromen op basis van wat we destijds friendchisen noemden.
Het waren geen dingen die ik van plan was, mijn werk vond ik bijvoorbeeld érg leuk totdat mijn witte manier van werken het onmogelijk maakte om in de organisatie te blijven. Of het vrouwennetwerk was jaren erg succesvol totdat ook hier mijn witte denkwijze ertoe leidde dat dit weer stopte.
Mijn witte denkwijze maakte het me zelfs onmogelijk om te proberen opnieuw in organisaties te werken. Ik kan het niet. Het is me zelfs niet gelukt om in mijn eigen georganiseerde bedrijf, Zin&Onzin, te blijven. Vandaar dat ik nu, zodra dat kon, met pensioen ben en de vrijheid heb en voel om precies dátgene te doen wat ik wil doen. En zoveel heb ik ondertussen wel geleerd, de rode draad van mijn leven is bewustwording. Eerst was ik keihard aan het werk om mensen, anderen bewust te maken. Totdat ik in de gaten kreeg dat het enige wat ik wérkelijk kan doen is zelf bewust worden, bewust leven. En van daaruit kijken waar de energie me brengt.
Eén van mijn hulpbronnen hierbij is het zien, ervaren en ondergaan van persoonlijk proceswerk. Dit geeft mij hoop; dat er mensen zijn die op zoek zijn, op zoek naar zichzelf, het goede, rust en vrede. Dat ik het, ook al onderga ik het niet zelf, meemaak door 'erbij' te zijn is voor mij helend. En werkelijk contact met mensen op een dieper level dan mooi weer en lange dagen. Reden waarom ik workshops, gesprekken en lezingen organiseer.
Waar ik, mijn ego, veel mee te maken heeft gehad is een soort van vernederend gevoel, het gevoel de dingen niet te doen zoals het zou moeten volgens één of andere norm of overtuiging, intern of extern. En een gevoel van er niet bij horen. En al jaren, sinds eigenlijk mijn familie om me heen kwam te overlijden of uit beeld raakte, is David Whyte enorm troostend voor mij. En hij geeft een hele mooie betekenis aan vernedering, humiliation: to be returned to the ground of our being.
“Humiliation is mostly something we try to avoid, but it is something more often, all for the best, in retrospect. There is a lovely root to the word, the Latin word humus, meaning soil or ground. When we are humiliated, we are in effect returned to the ground of our being. Any fancy ideas we have about ourselves are shriven away by the reality of the moment. We come to earth with a thump. It may be a narrow piece of ground, but at least it is real and at least it is our own.”
David Whyte
Crossing the Unknown Sea: Work as a Pilgrimage of Identity
Hij is een leermeester voor mij omdat hij woorden geeft aan een diepgevoelde werkelijkheid. In zijn laatste nieuwsbrief staat zijn jaarlijkse "Letter from the house" met de titel:
"Living without enemies: refusing to name as the essence of kindness".
Práchtig, zo wil ik leven. Punt. Niet dat ik het doe of altijd kan maar elke dag weer opnieuw. En het blijkt dat ik hierover blog doordat ik bovenstaande heb geschreven en zometeen op de knop 'publiceren' ga drukken. En vervolgens dit op social media kenbaar ga maken. Erop rekenend dat één kaarsje andere kaarsjes aan kan steken.
En nu heb ik toch weer de neiging om als laatste zin op te schrijven: 'en ik verbeeld me helemaal niks' maar ik verbeeld me wel degelijk iets: ik verbeeld me mijn verhaal.