donderdag 18 november 2021

Je kinderen zijn je kinderen niet Kahlil Gibran

Charley Toorop
                                   

Je kinderen zijn je kinderen niet.
Ze zijn de zonen en dochters van ’s levens hunkering naar zichzelf.
Ze komen door je, maar zijn niet van je,
En hoewel zij bij je zijn, behoren ze je niet toe.
Jij mag hen geven van je liefde, maar niet van je gedachten,
Want zij hebben hun eigen gedachten.
Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen,
Want hun zielen toeven in het huis van morgen, dat je niet bezoeken kunt, zelfs
niet in je dromen.
Je mag proberen hun gelijk te worden, maar tracht hen niet aan je gelijk te maken.
Want het leven gaat niet terug, noch blijft het dralen bij gisteren.
Jullie bent de bogen, waarmee je kinderen als levende pijlen worden
weggeschoten.
De boogschutter ziet het doel op de weg van het oneindige en hij buigt je met zijn
kracht, opdat zijn pijlen snel en ver zullen vliegen. Laat het gebogen worden door
de hand van de boogschutter een vreugde voor je zijn:
Want zoals hij de vliegende pijl liefheeft, zo mint hij ook de boog die standvastig
is.

Uit: Kahlil Gibran (1923). De Profeet