donderdag 21 november 2019

Ouder worden in een eerste levenshelftcultuur


Afgelopen week waren manlief en ik naar een symposium over ouder worden in de Bergkerk in Amersfoort. Het was een inspirerende bijeenkomst. Er werd nieuwe taal aangereikt. Of misschien is het niet zo hele nieuw maar ben ik nog maar net bezig op het pad van ouder worden, kom ik nog maar net kijken. Herman van Veen was er ook, schreef er een boekje over, over ouder worden, met als motto:
ouder worden
doe je voor het eerst
alles is fris en nieuw

er gaat een wereld 
voor je dicht

Dat ik van dit symposium wist komt doordat ik Lisette Thooft volg, regelmatig organiseer ik schrijfworkshops met haar, dit voorjaar ook weer. Zij schrijft prachtige stukjes voor de digitale nieuwsbrief van de Bezieling. Het symposium werd in deze nieuwsbrief aangekondigd en ik zag dat Frits de Lange de eerste spreker was. En mijn vader was altijd erg geïnteresseerd in hem en had van hem een aantal boeken, o.a. 'De mythe van het voltooide leven' . Eén van de boeken die mijn lief meenam nadat mijn vader was overleden. Een boek waar hij vervolgens van onder de indruk was. Dus we gaven ons op, je zou kunnen zeggen impulsief maar je zou ook kunnen zeggen dat we onze richtingaanwijzers volgden.

Hoe dan ook, we waren erg blij dat we zijn gegaan. Frits de Lange liet ons kennis maken met de schrijfster Elisabeth Eybers, een Zuid Afrikaanse dichteres, geboren in Nederland, op Wikipedia wordt ze genoemd als één van de drie grote naoorlogse dichteressen, samen met M. Vasalis en Ida Gerhardt. Voor mij was het hét kado van de dag, van de week! 

Godsdienstigheid beweer
Die siel bly voortbestaan
Terwyl ek self begeer
Om grondig te vergaan

Ze schijnt in een interview gezegd te hebben: 'Wijsheid is verdwijnkunst'. Frits de Lange voegde daaraan toe dat zelfverwerkelijking in de ouderdom is leren jezelf op te geven. 'Gewilde overgave aan de verdwijnkunst' én 'niet meer identificeren maar beschouwen en toelaten'. Zijn eerstvolgende boek zal gaan over wijsheid in de tweede levensfase waarin hij het werk van Eybers zal gebruiken.
Ik ben fan. 

Tweede spreker was Christa Anbeek is universitair docent Levensbeschouwelijke reflectievaardigheden en boeddhisme aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht en schrijfster van boeken over verlies, zingeving, leven en dood en schrijfster van het beste spirituele boek van 2019: "Voor Joseph en zijn broer"
Zij had een mooi verhaal over hoe te komen van zwaarte naar spelen, hoe te midden van chaos en ontregeling een weg te vinden naar verbinding rondom wat er echt toe doet. En ze vertelde in dat verband over "Tussen zon en maan", een spel wat ze ontwikkelde, wat je met een groepje in een aantal bijeenkomsten zou kunnen doen om grip te krijgen op ervaringen van chaos en schoonheid. Hevige verliefdheid, verlies van een dierbare, een bergtop bereiken. Positief of negatief – zulke "contrastervaringen' zijn ontregelend. Wat blijkt van waarde te zijn? Wat biedt houvast of geeft weer richting? Roept zo'n ervaring aanvaarding (zon) op of verzet (maan)? In het spel zoek je samen de zin of zinloosheid van je ervaringen. Het lijkt me leuk om te doen. Zíj had ook een kadootje voor me, de zin: dat we aan elkaar zouden moeten verschijnen zoals vrienden dat doen.

De derde spreker was Govert Buijs, bijzonder hoogleraar politieke filosofie en levensbeschouwing aan de Faculteit der Wijsbegeerte, Vrije Universiteit Amsterdam. Ook doceert hij 'filosofie van de economie' aan de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van deze universiteit. Hij schreef oa:   'Waarom werken we zo hard? Op weg naar een economie van de vreugde'.

Ook van hem kreeg ik nieuwe taal aangereikt: zo had hij het over involutie, we kúnnen gewoonweg niet verder op de weg zoals we nu bezig zijn. Ik voelde een spontane impuls om te applaudiseren toen hij bv zei dat we niet meer allemaal naar Bali moeten willen of de koraalriffen in Australië nog zien maar dat we geraniums kunnen gaan kwéken. (en er dus niet achter gaan zitten). We leven in die eerste levenshelftcultuur van dingen doen en YOLO (You Only Live Once) en FOMO (Fear Of Missing Out). We leven in een hypermoderne tijd, een mythische tijd, de mythes van eeuwige groei, individuele ontplooing, ontzorgd en onkwetsbaar leven en de mythe van de cijfers en de kwantiteit. Dit geeft een grote psychodruk dat het je eigen schuld is als je niet succesvol en of gelukkig bent. Maar we moeten voorbij zien te komen aan de geïndividualiseerde burn-out samenleving en ontsnappen aan de terreur van de meritocratie ('geregeerd door degenen die het verdienen' aldus Wikipedia).

Hij pleitte daarom, in navolging van Martha Nussbaum, voor de acceptatie van het onvolmaakte en erkenning voor de fragiliteit van het goede. Voorbij de geïndividualiseerde burn-out samenleven door:
1. Terreur van de meritocratie doorbreken
2. Van beleving naar zin
3. Herinrichting woonomgeving
4. Nieuwe relationele infrastructuur
5. Herziening van de levensloop

Hij reikte ook nog het woord zelftranscendentie aan; de uitbreiding van het individuele zelf, dat je jezelf overstijgt en in staat bent en bereid bent om te gaan naar iets wat groter, complexer is dan jezelf en wat oneindig is. En hoe je dat wilt noemen, het universum, God, energie dat maakt in feite niet uit. Want in die abstractie zit de mogelijkheid om elkaar weer te ontmoeten, in een dialoog zonder te polariseren en zonder te strijden over gelijk.

Met zo'n dag, en deze input kan ik wel weer een tijdje vooruit, rijkdom.






Geen opmerkingen: