vrijdag 7 mei 2021

Tweedaagse met Wibe Veenbaas

 Het leven vraagt van ons dat we elke keer (dag, uur, minuut) weer opnieuw beginnen. En de ontmoeting aangaan met datgene wat zich voordoet, op ons pad komt. David Whyte noemt dit: holding a conversation. Lastig om te vertalen want 'een gesprek voeren' dekt de lading niet naar mijn gevoel. Het woord holding impliceert meer.

Om werkelijk in gesprek te gaan, elke keer opnieuw, vraagt van ons dat we een relatie met de stilte hebben, de stilte in onszelf. Voor mij een speurtocht en reden om de workshops te organiseren díe ik organiseer.
Zo komt Wibe Veenbaas weer voor een tweedaagse. Elke keer weer een inspirerende en ontroerende belevenis. Wat voel ik me leerling van Wibe, van het leven. En wat heb ik zin in de tweedaagse, die ik eerder ook wel omschreef als inblazing van levensadem; inspirare. Zo universeel hoe wezenlijk de invloed van je afkomst doorwerkt in je verdere leven. En hoe fijn dat er dan een leermeester, een gids is die je de weg wijst.

Het geluid van een vliegende zwaan wordt
in sommige culturen wel een inblazing
van heilige levensadem genoemd.

Hij noemt zichzelf een ambachtsman. Want het geven van handen en voeten aan je ontwikkeling is een ambacht. Ik vind het indrukwekkend hoe trefzeker hij te werk gaat, vanuit rust, zorgvuldig, vol respect en heel begaafd in zijn taalgebruik. En onontbeerlijk: met humor en relativering.

Taal die hij me gaf ter voorbereiding van deze workshop:

  • De betekenis van de ontmoeting voor leren
  • Het hart als werkruimte
  • De diepe betekenis van leren in het leven
  • Het veld van leraar en leerling
  • De tekens verstaan
  • Dienaar zijn op de eerste plaats
  • Keer op keer terugkeren

In de manier van werken van Wibe zijn plek en ordening vaak richtsnoer en zijn verlies en rouw terugkerende thema’s; rouw als achterkant van liefde. En geen wonder zonder wond heb ik hem horen zeggen want immers: de plek van verwondering is de plek van bevruchting. Door rouw wordt de stem van jouw bestemming, het wonder van jouw trilling zichtbaar, zegt hij. Ik schreef er een blog over 'Wat verlies en poëzie met elkaar te maken hebben'.  

Wibe liet ons in eerdere bijeenkomsten ook dichten, over 'de dingen die niet overgaan'. En hij stelt steeds opnieuw de vraag: kan je de tekens verstaan, kan je zien wat er oplicht? Vragen die je jezelf elke dag opnieuw zou kunnen stellen. Prachtige vragen waar een troostende werking vanuit gaat.



Wibe Veenbaas (1949) is een van de grondleggers van Phoenix Opleidingen. Jarenlang gaf hij koers aan de organisatie. In de loop der jaren ontwikkelde Wibe een eigen gedachtegoed; het vormt tot op de dag van vandaag de grondslag voor de vele opleidingen en workshops die Phoenix rijk is. Hij is auteur van vele publicaties zoals 'Vonken van Verlangen', 'De Maskermaker', 'Op verhaal komen' en zijn nieuwste boek 'De tekens verstaan'.
Wibe werkt met metaforen, met kleine opstellingen, opdrachten en met vragen over het thema van de deelnemers zelf vanuit het principe dat we de ander alleen kunnen dienen als we onszelf als instrument gebruiken.


Deze tweedaagse wordt vrijdag 11 en zaterdag 12 juni 2021 gegeven
Locatie: LOFT in Boksum
Programma van 10.00 - 17.00 uur, inloop vanaf 9.30 uur
Kosten: € 375,- (incl lunch en koffie/thee)
Aanmelden: jeltinezijlstra@gmail.com

Wat verlies en poëzie met elkaar te maken hebben


We hebben het in de afgelopen tijd ook weer gezien: Amanda Gorman bij de inauguratie van Biden en Amara van der Elst bij de dodenherdenking op de Dam: "Poetry as a radical form of undoing" noemt David Whyte het. Prachtig.
Met een dichtende vader ben ik min of meer opgegroeid met poëzie en soms dronken we er (dinsdagochtend half elf) een korenwijntje bij. Zijn dichtbundel heeft zelfs een poosje te koop gestaan bij van der Velde in Leeuwarden! #trotsdochterhart


Sinds mijn 45e heb ik mijn fairshare van verlies toebedeeld gekregen waarvan ik soms de neiging heb om het allemaal in een overzichtje te zetten, een tabel, om toch een gevoel van regie te houden.
  • Te beginnen met het verlies van mijn werk. Waarschijnlijk samenhangend daarmee verlies van vanzelfsprekendheid doordat ik angstaanvallen kreeg. En deze twee dingen lagen ongetwijfeld in mijn overgangsschaal. 
  • Mijn moeder, mijn zus en mijn vader zijn jaar op jaar overleden. In diezelfde periode zijn onze hond en vier katten overleden. 
  • Mijn baarmoeder en mijn galblaas zijn verwijderd.
  • Mijn jongste was 1,5 week het huis uit maar moest eind januari een spoedoperatie ondergaan aan het Caudasyndroom (kan je beter niet hebben) en moest thuis herstellen. Gelukkig is ze weer fit genoeg dat ze weer naar haar eigen appartement kan. 
  • En nu zit ik in een soort lege nest-syndroom in het kwadraat. En komen er dingen van de andere kinderen ook, op tafel over dingen die ik in het verleden, met de opvoeding niet zo goed heb gedaan, of in ieder geval had ik die dingen beter kunnen doen. De kinderen ontdekken nu dat ik een soort keizer zonder kleren ben. En wat een angst geeft dát zeg, als je overlevingspatroon is dat je moet vechten voor je bestaansrecht. En ja, welke opvoeder komt dit niet tegen zou je denken, cliché.... Maar goed, cliché omdat het zo waar is natuurlijk. 
En ik ervaar, voel aan den lijve, dat er iets in mij stopt. Er is een 'radical simplification' in die zin dat ik me helder en duidelijk realiseer dat ik op een doodlopend spoor zit. Zoals veel vrouwen heb ik vanuit mijn jonge jeugd een patroon ontwikkeld dat ik móet zorgen, in eerste instantie voor mijn moeder en dat bouwde in tweede instantie uit naar de mensen die me lief zijn maar ook naar de willekeurige voorbijganger op de Nieuwstad, zeg maar. Vet vermoeiend eigenlijk ook. Superherkenbaar waarschijnlijk voor veel vrouwelijke lezeressen. En dat 'stoppen' voelt, voor mij, als een soort ultiem verlies, gek genoeg. 

Eigenlijk kom ik tot de ontdekking dat de afhankelijkheid die ik had als heel jong kind, de afhankelijkheid van mijn moeder, er nog steeds was. Waarbij die afhankelijkheid zich eigenlijk als een soort keerzijde van die zorgdrift richtte op de persoon waar ik voor aan het zorgen was.
Mijn kinderen hebben op hun eigen, wijze manier te kennen gegeven dat dit voor hen niet werkt. 'Invisible help' in de woorden van Whyte, you need invisible help, hulp waarvan je nog niet wist dat je die nodig had. En in feite kreeg ik die van mijn kinderen. 

Dat ik écht moet stoppen met zorgen voor. En dat ik verantwoordelijk was, ben en blijf voor mijn eigen leven. Mijn zin van het leven leek immers dat zorgen voor; en wat voor zin heeft mijn leven, mijn bestaan nu nog dan? 
De grote versimpeling, radical simplification, zit hem er nu in dat ik 'gewoon' (hahaha) alleen maar bij mezelf hoef te blijven om te weten wat goed is, van moment tot moment. 

Ik 'verlies' mijn overlevingspatroon zou je bijna kunnen zeggen. Wás het maar zo simpel natuurlijk. Want wat in 60 jaar is ontstaan laat zich niet zomaar even 'ontleren'. Maar ik weet wel dat ik met bewustzijn over dit geheel al een goeie stap maak. En ondertussen zit ik in een rouwproces van hier tot Tokyo. En elke keer weer ervaar ik hoe helend, helpend poëzie voor mij is.

Ik postte een prachtig gedicht van Mary Oliver wat hier zo mooi bij past, hieronder de laatste regels:

But little by little,
as you left their voices behind,
the stars began to burn
through the sheets of clouds,
and there was a new voice
which you slowly
recognized as your own,
that kept you company
as you strode deeper and deeper
into the world,
determined to do
the only thing you could do --
determined to save
the only life you could save.

Mary Oliver