dinsdag 15 januari 2008

Gedicht van Maria Barnas

TWEE ZONNEN Wanneer ik ga slapen ligt de zee nog steeds beneden en altijd is de zon me voor. Ik sta bij een uitsnede Van donker water en later ben ik bij de boten met zeilen wit zo licht als opgeluchte stemmen en tussen de schaterende meeuwen wel eens opgetogen. In de ring die ik kreeg sta ik scheef naast een datum. En ik zie hem in de verte gaan, met een zon. Slordig herhaald in het raam. Hij noemde me Bloem, ook wel Lente, Sexy, Liefste, Liefde, Lief en de laatste tijd steeds vaker Lieverniet, Neelater, Alsjeblieft.

Geen opmerkingen: